Een jongeman poseert in een fotostudio, in de jaren twintig of dertig. De fotograaf maakt een fotokaart - met de achterkant van een ansichtkaart - om op te sturen. Voor wie is de foto bedoeld? Zijn ouders, zijn geliefde, hemzelf? Achterop staat niks geschreven, dus deze is nooit verzonden. Maar het kan natuurlijk dat hij meerdere exemplaren liet maken, zoals je ook meerdere pasfoto's krijgt bij de fotostudio, en dat hij er eentje overhield. Die kwam na zijn dood (hoe oud zou hij zijn geworden?) op de rommelmarkt terecht waar ik hem vond, een paar maanden geleden.
Fotokaarten van anonieme mensen uit het verleden vind je op elke rommelmarkt wel. Ze zien er vaak hetzelfde uit: zondagse kleding, stijf rechtop zittend of staand, in cliche poses die naar geschilderde portretten verwijzen, strakke gezichten wegens de lange sluitertijd. Deze viel me op: Zijn nette pak met bloem op zijn revers, pochet, das in zijn broekband en kettinghorloge contrasteert sterk met die volkse platte pet. De jongen kijkt ook een beetje chagrijnig, misschien wel uitdagend en zeker niet overgeposeerd. Dat geeft hem allemaal iets 'echts' - door de pose heen schemert een individu.
Niet lang daarna vond ik deze kaart:
Een meisje, in bijna dezelfde pose bij net zo'n houten staketsel. Zij kijkt echt chagrijnig! Ze heeft haar blik strak naast de camera gericht op iemand die het nog wel te horen krijgt. Ze lijkt ook niet op de gelegenheid gekleed - alsof ze uit de keuken is weggesleept. Was ze een dienstbode die van haar baas (haar stiekeme minaar) op de foto moest?
Heerlijk om verhalen te fantaseren bij zulke foto's.
En dan iets wonderlijks. Op de achterkanten van beide fotokaarten staat het adres van de fotograaf. De jongen liet zich vastleggen in de '1ste Nederl. Snelfotogr. Atelier Rembrandt, Hoogstraat 373, t/o de R. K. Kerk, Rotterdam'. Het meisje in 'Foto Americain, Hoogstraat 158, Rotterdam, schuin over de Goudsche Wagenstraat'. In precies dezelfde straat dus.
Misschien hebben ze elkaar wel gekend...
(En vorige week las ik de bundel 'De vertegenwoordigers' van F. B. Hotz. Het verhaal 'De herhaling' begint met een oude man die zich voor de scheerspiegel een fotograaf van zestig jaar geleden herinnert.
"Hij was vijf toen, en op zijn hoede. 'Kijk eens naar het vogeltje,' had de man gezegd. Dat het geen echte vogel was begreep hij, maar volwassenen waren gek genoeg om een houten gedrocht uit het toestel te laten springen. Een grap. En dat ding kon je gezicht treffen.
Er was toen niets gebeurd. Hij had stil moeten staan naast een bloementafeltje van geel hout.
Van Kampen waste zijn gezicht. Het bleef grauw, even grauw als zijn dunne haar. Hij wist niet waarom hij met heimwee aan zijn kindertijd dacht, want hij was toen overal bang voor.")
Reacties