Op de weg langs het kanaal was het altijd rustig. De bomen ruisten, het water kabbelde, eenden kwaakten. Je moest wel uitkijken voor die paar auto's en vrachtwagens die voorbij reden, want voor je het wist gleed je die brede sloot in. Een fietspad was er niet. Het kanaal was niet meer in gebruik – mijn ouders vertelden dat er tot in de jaren zestig nog schepen vracht hadden aan- en afgevoerd, maar dat de ophaalbruggen nu niet eens meer open konden. Af en toe zag je een visser. Aan de andere kant van de weg stonden lage gebouwtjes omringd door parkeerterreintjes. Daar was het ook stil, op het wapperen van een vlag na. Op die vlag stond een logo, maar wat ze in de bedrijven deden was onduidelijk. Het interesseerde me ook niet, ik reed er langs op weg naar school of terug naar huis en was met mijn gedachten ergens anders, of in gesprek met een meefietsende klasgenoot. Toch kan ik het me het gevoel van die plek nog goed herinneren: middelbare school, jaren tachtig, langs een kanaal fie...