(klik om te vergroten)
We vergeten het nog wel eens, maar in de jaren zeventig droegen veel autochtone Nederlanders nog hoofddoekjes. Zo'n doek had in mijn herinnering vaak een bloemetjespatroon, werd strak onder de kin gebonden en liep in de nek uit in een punt - precies zoals bij de vrouw op deze ansichtkaart. Het was een regenkap, een paraplu voor op je hoofd. Je zag er vooral oude vrouwtjes mee, omaatjes, het was toen al iets wat uit een ver verleden stamde, een gewoonte van een vorige generatie. Niet iets waarvan jonge vrouwen dachten: dat ga ik later ook dragen.
Maar nu vraag ik me af: als je teruggaat 'in de tijd', naar de jaren dertig waarin die bejaarden jong waren, dan was zo'n regenhoofddoek misschien wel hartstikke hip. Wat zag mijn oma, die ik er altijd erg ouderwets vond uitzien, als ze in de spiegel keek voordat ze op een regenachtige dag de deur uit ging? Een hardwerkende huisvrouw die haar haren droog moest houden om er netjes uit te kunnen blijven zien? Of zag ze ook een echo van een mooie jonge vrouw van voor de oorlog? Een filmster, een allang vergeten model uit een of ander tijdschrift...
Een jonge vrouw zag nog een generatie eerder, rond 1900, het liefst een statige oudere vrouw in de spiegel. Als ik de Oostenrijkse schrijver Stephan Zweig (1881-1942) mag geloven tenminste. Die haalt in 1942 in zijn memoires, 'De wereld van gisteren', zijn jeugd in Wenen terug. Jong zijn was toen verdacht, jongeren waren wispelturig en dus onbetrouwbaar. 'Jeugd werd voor elke carriere een belemmering, ouder zijn een voordeel.' De jongeren probeerden er daarom zo oud mogelijk uit te zien: 'De kranten adverteerden met middelen om de baardgroei te versnellen, jonge artsen van vier- of vijfentwintig, die net hun studie hadden voltooid, droegen imposante baarden en zetten, ook als hun ogen het helemaal niet nodig hadden, een gouden bril op, alleen om bij hun eerste patienten de indruk van ervaring te wekken. Je schafte je een lange mantel aan en streefde naar een bedaarde gang en zo mogelijk een klein embonpoint, om deze nastrevenswaardige volwassenheid te laten zien'.
Toen ik dit las, wist ik wat me zo intrigeerde aan die kaart van drie zo ernstig kijkende jonge mannen, ik denk broers, uit het begin van de twintigste eeuw. Ze zien er zo oud uit:
(klik om te vergroten)
Moderne ouderen kleden zich niet naar de mode van hun jeugd, noch naar de mode van hun ouders. Ze dragen spijkerbroeken van de H&M. Ik moet denken aan de laatste foto's van de 81-jarige Jan Wolkers in zijn blauwe trainingsjack met 'Italia' erop in grote witte letters. Ultracool, een voorbeeld voor zijn generatie. Er is geen verschil meer tussen jong en oud, iedereen is 25. De ouderdom is afgeschaft.
De vrouw op de kaart vond zichzelf waarschijnlijk een sexy ding: zie hoe die regenjas haar blote benen vrijlaat en een korte rok suggereert, zie haar open schoenen, zie hoe ze die handtas niet van haar arm laat hangen maar koket vasthoudt. Zomaar op straat, ergens in de jaren zeventig, op een winderige dag, bij de ingang van het overdekte winkelcentrum 'Sterrenburg' te Dordrecht: Grace Kelly.
Reacties