Doorgaan naar hoofdcontent

Marketingwijsheden


Waarom mensen liever naar een vol restaurant gaan




Hoogleraar marketing Jonah Berger kwam op zes voorwaarden voor een geslaagde campagne. Een grappig, inspirerend, cynisch en verontrustend inkijkje in onszelf.



door Henk van Renssen, in Vrij Nederland 16, 2013



Niemand denkt nog dat consumeren slechts een kwestie is van een rationale afweging van prijs en kwaliteit, maar toch is het behoorlijk schrikken om te lezen hoezeer het beest in de mens de touwtjes in handen heeft. Tegelijkertijd is het bijzonder inspirerend om in hetzelfde boek, Contagious van hoogleraar marketing Jonah Berger, van allerlei tips te worden voorzien om dat beest te voeden, dat wil zeggen om veelvuldig geretweet te worden, gekozen als politicus of rijk met de verkoop van luiers. Maar het is natuurlijk wel te gek voor woorden hoe cynisch zo’n professor doet over het keuzegedrag van mensen: doet het product zelf er dan werkelijk niet toe? Is de verpakking de enige boodschap?

Kortom, Contagious voldoet feilloos aan in elk geval één van de zes voorwaarden die de professor noemt voor een ‘besmettelijk’ product, een product dus waar mensen over willen praten (of dat ze willen recenseren): het roept sterke emoties op. Dat daar ook negatieve emoties tussen zitten, maakt niks uit: boosheid en angst verhogen de verkoopcijfers ook, zegt Berger. Als het maar gevoelens zijn die de bloeddruk doen stijgen, want daar wordt de mens actief van. Tevredenheid of droefheid zijn daarom wel uit den boze: daarvan gaat hij alleen maar op de bank zitten, beetje niks doen. Dat wil zeggen: niks kopen, maar ook niks liken op Facebook, niks twitteren en niks enthousiast/blij/boos/verontrust doorvertellen aan vrienden en collega’s.

En daar gaat het om, aldus Berger: dat de mens de boodschap verspreidt, zodat anderen de boodschap gaan doen. De mens is een sociaal wezen, schrijft Berger, en dat betekent, vooral in deze tijd van Facebook, Twitter, blogs en GeenStijl, dat hij een délende mens is. Maar wat sharet hij graag? Waarom gaat het ene YouTube-filmpje van een meisje dat Michael Jackson imiteert ‘viraal’ en dat van je dochter niet? Waarom praat iedereen over dat ene nieuwe restaurant en gaan talloze andere binnen een jaar failliet?



Members only

Berger deed tien jaar onderzoek op het oude onderzoeksgebied van Diederik Stapel: de sociale beïnvloeding. Het klinkt alsof hij met minder fraude toekon. Hij kwam in elk geval op zes voorwaarden voor een geslaagde marketingcampagne, of zo u wilt: zes op harde wetenschap gebaseerde levenswijsheden.

De eerste: de mens is een opschepper. Hij wil zich onderscheiden van de rest. Waarom? Berger zegt het niet expliciet, maar wij zien Darwins ideeën aan het werk. Wie zich onderscheidt, maakt meer kans op een partner. Daarom delen mensen ook informatie die ze opvallend of interessant vinden: dat straalt op hen af. Bergers boodschap: zorg dat mensen te koop kunnen lopen met uw boodschap of product. Exclusiviteit en schaarste creëren schijnt het beste te werken. Maak je webwinkel members only, waarbij alleen bestaande leden nieuwe leden kunnen aandragen. Of verberg je restaurant achter een deurtje in een antieke telefooncel in een obscure bar (echt gebeurd): succes verzekerd, want iedereen praat erover.

De mens is ook een kletser. Hij wil de hele tijd praten, al was het maar, zegt Berger, om te bewijzen dat hij geen slechte kletser is. Waarover? Wat er maar in zijn hoofd opkomt. Dat is nogal willekeurig, maar vaak zijn er producten bij betrokken, de dingen die hij om zich heen ziet. Berger noemt het voorbeeld van de anti-frisdrankreclame van de stad New York: een filmpje van een man die een glas vol vies vet opdrinkt. Heel smerig, maar heel succesvol. Niet alleen omdat de video opvallend en bizar was en daardoor werd doorgestuurd naar vrienden, maar ook omdat mensen vaak uit een glas drinken, daardoor aan het filmpje denken, en dan weer aan het praten slaan. Marketingadvies: verbind je product met zo’n trigger. (Denk in Nederland aan de ‘4 uur: tijd voor...’-reclame van dat soepmerk.)



Verzot op verhaaltjes

De mens is verder een klein scheepje op een zee vol emoties – daar hadden we het al over. Wat beweegt, doet bewegen (Berger grossiert in dit soort tegeltjeswijsheden, dat is ook besmettelijk.) Interessante boodschap: achter elk product, hoe saai ook, schuilt een emotie. (Tandenborstel? Angst voor de tandarts, schaamte om stinkende adem, et cetera.) Richt je reclame op die emotie.

Dan is de mens ook nog een kuddedier, een conformist. Wat anderen doen, wil hij ook doen. Waarom? Omdat hij wat anderen doet beschouwt als ‘sociaal bewijs’ dat het goed en geaccepteerd gedrag is. Daarom gaan mensen liever naar volle restaurants dan naar lege. Gratis advies: zorg er voor dat je product zichtbaar is op straat of op internet. Vandaar bijvoorbeeld dat ‘Sent from my iPhone’. (Dit mensbeeld contrasteert nogal met de eerste menselijke behoefte om zich te onderscheiden, maar daar heeft Berger het verder niet over.)

De mens houdt, eerlijk is eerlijk, ook nog van nuttige producten. Hoe nuttiger een nieuw ding (handiger, maar bijvoorbeeld ook goedkoper), des te meer praat hij erover. Voor status, om te overleven, maar ook echt om anderen te helpen – de mens heeft zijn altruïstische kant. Dit klinkt old school, is ook wel zo, maar consumenten blijken opvallende opvattingen te hebben over wat precies ‘nuttig’ is. Zo rijden proefpersonen graag een straatje om voor tien dollar korting op een nieuwe wekkerradio van 35 dollar, maar hebben ze geen belangstelling voor diezelfde tien dollar korting op een televisie van 650 dollar. Toch gek.

Tenslotte is de mens verzot op verhaaltjes. Die zijn sinds de oertijd ideale pakketjes voor het overbrengen van informatie. En in verhalen, aldus Berger, kun je heel goed stiekem je product verstoppen, als een Trojaans paard. Zoals in het filmpje van de blender van een bepaald merk die een iPhone aan mootjes hakt. Zoals dit boek eigenlijk. Grappig, inspirerend, cynisch, hier en daar tegenstrijdig, maar bovenal een verontrustend inkijkje in jezelf. Niet doorvertellen. n



Jonah Berger, ‘Contagious. Why Things Catch On’, Simon & Schuster, 244 p.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het jaar 1945 volgens Ian Buruma

Ian Buruma laat in zijn geschiedenis van het jaar 1945 zien dat de Tweede Wereldoorlog een cesuur in onze geschiedenis aanbracht. door Henk van Renssen in Vrij Nederland 40, 5 oktober 2013 Dat heel Europa vlak na de bevrijding in 1945 ‘een groot matras’ was waar ‘alles zoop en naaide’, zoals Remco Campert schreef in zijn beroemde gedicht ‘Niet te geloven’, blijkt niet alleen een dichterlijke, maar ook een historische waarheid te zijn. In zijn nieuwe boek 1945 wijt de Nederlands-Britse historicus Ian Buruma zijn hele eerste hoofdstuk aan de seksuele uitspattingen die dat bewuste jaar volgden op de komst van de geallieerden in Europa en Japan. Zelfs voormalige concentratiekampen als Bergen-Belsen, schrijft hij, waar uitgemergelde ex-gedetineerden tussen de opgestapelde lijken wachtten op terugkeer naar huis, waren al snel ‘plekken van koortsachtige seksuele activiteit geworden’. Is dat belangrijk om te weten? Wel in het verhaal van Buruma. De befaamde journalist, historic...

Een kaartje naar toen

 Hoi,  hier vind je blogs die ik schreef tussen ongeveer 2005 en 2013, over briefkaarten en foto’s die ik her en der aantrof. Ze riepen allerlei gedachtespinsels op en daar schreef ik graag over. De kaarten en foto’s heb ik nog steeds, en nog veel meer, in doosjes waar ik nog steeds doorheen ga in een verloren uurtje… maar niet zo vaak meer als toen. De meest recente zijn wat recensies die ik destijds schreef, en dan deed ik er een plaatje uit mijn collectie bij.  Veel plezier! Henk

De omstanders bij de Holocaust

Wegkijken, verdraaien en ramen dicht Hebben echt zoveel mensen in de oorlog ‘nichts gewusst’ van de Holocaust? Drie historici spitten in het selectieve geheugen van daders die zich omstanders waanden en omstanders die keuzes moesten maken. door Henk van Renssen in Vrij Nederland 41, 2013 Ik was tot diep in de avond op kantoor aan het werk. Ik was op vakantie. Ik deed toen even iets anders. Ik zat thuis met een griepje. Ik was naar de bruiloft van mijn zoon. Het gebeurde nét nadat ik was overgeplaatst. Zomaar een paar van de verhaaltjes die ex-nazi’s na de oorlog vertelden als hun werd gevraagd waar ze waren geweest op een bepaald heikel moment in de Tweede Wereldoorlog. Het is dus niet helemaal waar, schrijft de Britse hoogleraar Duitse geschiedenis Mary Fulbrook in haar boeiende studie Een kleine stad bij Auschwitz. Gewone nazi’s en de Holocaust, dat de duizenden lagere ambtenaren en plaatselijke bestuurders die de ruggengraat vormden van het civiele bestuur in het...